Geschiedenis van de hond

De hond stamt af van de wolf en ook deze wolven bestonden uit verschillende rassen. In de tijd dat mensen nog jaagden om in hun levensonderhoud te voorzien, bleven de wolven regelmatig in de buurt van de jagers om zo aan voedsel te komen. Soms werden de wolven al getemd en hielpen ze bij de jacht en het bewaken van kuddes.

De wolf is een sociaal dier dat in groepsverband leeft en een leider volgt. De leider is diegene welke de weg naar het voedsel wijst. De jagers gaven de wolven een deel van de opbrengst van de jacht en werden hierdoor als leider gezien.

De eerste domesticatie van de hond vond naar alle waarschijnlijkheid plaats in het verre Oosten. Er zijn veel discussies over de periode waarin de eerste honden gedomesticeerd werden. Veel onderzoekers schatten dat de eerste wolf zo’n 40.000 tot 100.000 jaar geleden getemd is en dat de eerste huishond 15.000 jaar geleden bestond. Wat in ieder geval duidelijk lijkt te zijn, is dat de hond het eerste wilde dier is dat gedomesticeerd is. Het begon met het fokken van huiswolven. Door verschillende rassen met elkaar te combineren ontstonden er nieuwe rassen die aan diverse specifieke eisen voldeden.

Op het moment dat mensen op vaste plaatsen gingen wonen en er boerderijen kwamen, zochten de honden vaker de nabijheid van mensen. Oorzaak hiervan wordt gezocht in het feit dat het makkelijk was voor de honden om eten te vinden op de plekken waar mensen woonden. Het eetpatroon van de hond werd aangepast aan de etensresten die de mens weggooide.

Een wilde hond is met behulp van voedsel tam te maken en al snel bleek dat een hond veel kan leren. Daarnaast merkte de mens dat een hond een hele trouwe vriend kan zijn en dat werd langzaam maar zeker het doel waarvoor de meeste honden gefokt werden. Het hebben van een hond als gezelschapsdier werd als statussymbool gezien en dit gegeven leidde tot uitbreiding van het fokken van honden. Met een hond in huis kreeg je aanzien en dat was voor rijkere mensen een reden om een hond aan te schaffen. Hierdoor was er veel vraag naar honden waar de fokkers op inspeelden door meer variatie in de rassen aan te brengen.

Inmiddels zijn er haast ontelbare soorten honden gefokt welke aangepast zijn aan de voorkeuren van mensen. Dit heeft betrekking op zowel uiterlijk, grootte, als gedrag van een hondenras.

Tegenwoordig is de hond niet meer weg te denken uit ons bestaan. Natuurlijk zijn er nog steeds honden die gevaarlijk kunnen zijn en worden er mensen gebeten door een hond. Verreweg de meesten honden zijn echter vriendelijke sociale dieren welke een onderdeel zijn geworden van een gezin.

Wilde soorten honden

Onze huishonden zijn meestal lieve en trouwe dieren, die je gerust met je kinderen in dezelfde kamer kunt laten. Maar zoals je vast weet zijn honden lang geleden uit de wolf gefokt. En deze wilde

hondensoort is niet bepaald een lieverdje. Wist je dat er nog veel meer wilde hondensoorten zijn? Over bijna de hele wereld jagen deze dieren in troepen of alleen achter hun prooien aan. Sommige zijn angstaanjagend, sommige zien er nog schattiger uit dan een puppy. We stellen je graag voor aan een paar bijzondere wilde soorten honden.

Goudjakhals

De jakhals heeft niet echt een goede naam. Er wordt gezegd dat het een laffe aaseter is. In feite is het beestje gewoon goed in staat om te overleven. Hij heeft een heel uitgebreid menu, van kleine knaagdiertjes tot herten, en van eieren en insecten tot fruit. In feite kan het dier zich zo goed aanpassen dat het gevonden wordt van Zuidoost-Azië tot diep in Europa. Zelfs op de Veluwe worden deze middelgrote wilde honden nu af en toe gefotografeerd.

Boshond

Dit is een koddig bruin diertje met ronde oortjes, korte pootjes en kleine oogjes. Hij leeft in het Amazone-oerwoud waar hij in groepen achter knaagdieren aan jaagt. De boshond is door zijn bijzondere gedrongen lichaam uitstekend aangepast om door het kreupelhout heen te rennen. In tegenstelling tot de meeste honden houdt de boshond erg van water, en heeft zelfs zwemvliezen tussen zijn teentjes!

Wasbeerhond

Dit is echt een hond, maar hij heeft precies hetzelfde zwarte masker als de wasbeer, waar hij toch echt geen familie van is. Wasbeerhonden komen van oorsprong uit Oost-Azië maar zijn vanwege hun mooie vacht ook in Europa ingevoerd. Daar leeft hij nu ook in het wild. Wasbeerhonden leven in paartjes of in kleine groepjes, en eten zowel planten als dieren.

Coyote

Deze Amerikaanse hond lijkt een beetje op een kleinere versie van een wolf. De coyote leeft niet zoals de wolf in grote groepen. Net als een jakhals kan hij veel planten en dieren soorten als voedsel gebruiken. Toen in Noord-Amerika de wolf uitgeroeid werd door de blanke pioniers, nam op sommige plekken de coyote de plek van de wolf in en ging zich met groter wild voelen.

Fennek

De kleinste hondachtige, de fennek, is een beestje dat niet groter is dan een huiskat. De fennek bewoont de woestijnen van Noord-Afrika en het Midden-Oosten. Heel opvallend zijn zijn gigantische oren, die hem helpen om zijn prooi (kleine diertjes) zelfs diep onder het zand te vinden.

Poolvos

Deze wilde hond leeft noordelijker dan elk ander landdier, behalve de ijsbeer. In de winter is zijn enorm dikke vacht sneeuwwit. De poolvos eet vogels, eieren, en zo’n beetje alles wat hij verder kan vinden in het Noordpoolgebied. Hij is niet bang voor mensen, sluipt hun tenten binnen en probeert zelfs hun leren schoenen op te eten!